- bouwjaar
- verdwenen
-
1672 beschadigd 1679 restant gesloopt
- geschiedenis
-
In Ameide werden in 1566 zes achtkante grondzeilers gebouwd.
De molen die het dichtst bij de rivier stond werd in 1635 door kruiend ijs vernield.
In 1672 werden de overige vijf molens door Franse militairen in brand gestoken, één molen brandde tot de grond toe af, de overige vier molens waren zwaar beschadigd.
In 1679 waren ze verdwenen.
De waterstanden moesten dus laag zijn om het water te kunnen lozen via de twee sluizen. Het Pannerdenskanaal werd gegraven, maar dat bood niet echt een oplossing waarna men in 1739/1740 5 molens weer herbouwden die het water uit de boezem maalden dat via een derde sluis ten noorden van de twee uitwateringssluizen — in de bocht tussen de griendschuur en ‘De Lange Jammer’ — in de boezem gelaten werd.
Helaas voldeed dit ook niet en bouwde men 20 jaar later nog acht molens erbij die via een nieuwe vierde sluis ten oosten van de derde sluis op de Lek uitwaterde.
In 1892 kwam er een stoomgemaal bij de Arkelse Dam dat het water loosde via 2 metalen buizen die door de dijk heen liepen, het water in de Lek. Het gemaal deed dienst tot 1946 .Daarna werd ook dit gemaal overbodig door de ingebruikneming van het nieuwe gemaal in Hardinxveld.
Twee van deze molens zijn in 1831 in de polder Kamperveen herbouwd alwaar ze dienst deden tot 1938. -
Molen 06903 j Boezem van de Zederik, bovenmolen nr.4 (1566) (Ameide)kaartfragment van Melchior Bolstrais uit 1751-1761