trivia

Leeuwarder courant, 05-11-1760

De Notaris en Fiscal Bernardus Dreyer te Harlingen, gedenkt op Woensdag den 5 November 1760, 's Namiddags praecys te twee uuren in de Herberg Roomen aldaar, aan de Meestbiedende by Strykgeld te verkopen: De Helft van een Wind-, Rogge- en Weit-moolen, de Bildpoorts Moolen genaamd, staande op het Bolwerk van gemelde stad, aan de Noord west-kant.

Leeuwarder courant
15-03-1836

De Notaris GOSLINGS, te Harlingen, zal, op Woensdagen den 16 Maart e. k. bij de provisionele beschrijving en den 30 dito daaraanvolgende finaal, telkens des namiddags ten vier ure, ten huize van den Kastelein //. F. de Boer, in de Groote Oijevaar aldaar, publiek verkoopen: 5/24 AANDEELEN in den KORENMOLEN, genaamd de Bildpoortsmolen, op den Stadswal te Harlingen, (sectie A, no. 5), met dubbel werk, mitsgaders de gelijke AANDEELEN in de LOSSE GOEDEREN, ZEILEN, PAARD, KAR, enz. enz. Zijnde deze Molen in de laatste jaren zeer aanmerkelijk verbeterd, en thans in eenen uitmuntend goeden staat. Omtrent het mede eigendom en de bestaande overeenkomsten, welke voor iemand die ais Molenaar zelve wil mede werken, zeer aannemelijk zijn, kan inlichting worden bekomen-, gelijk ook van de Conditien bij voornoemden Notaris.

Provinciale Drentsche en Asser courant, 21 januari 1858

Harlingen, 16 Jan. Heden morgen nam een rukwind van een korenmolen (een spinnekop of standerdmolen) een der wieken weg; hierdoor schokte het geheele bovendeel zoodanig, dat èn door dien schok, èn door de kracht des winds, de molen door midden brak en het genoemde gedeelte met een ontzettend gekraak ter neder plofte op den kant van den zeedijkmuur, waarop de molen stond; de as kwam buiten de nniur te land, het meel stoof opwaarts als de wegvliegende sloom eener stoomboot en een troepje ratten, door dit incident op het grievendst gestoord, zocht zjjn heil in de vlugt. Een der molenaars bevond zich in den molen, doch is, waarlijk op wonderbare wijze, zonder letsel tusschen de ruïnen van den molen gekomen.

Rotterdamsche courant, 19-01-1858

Ll. zaturdag, des voormiddags omstreeks 11 ure, trok over Harlingen eene onweersbui, vergezeld van geweldige rukwinden, waardoor vele der talrijke molens aldaar in geaar geraakten. roggemolen, in de nabijheid van de Bildtpoort, is van zijnen stander geslagen en geheel omgevallen, zoodat kap en as over de zeewering heen verbrijzeld in zee nederkwamen. Ofschoon de molenaar zich boven in den molen bevond en hij met dat groote gevaarte nederstortte, bleef hij ongedeerd en is als door een wonder gered.