bouwjaar
bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
molenmaker
Fa. Beijk, Afferden (1958)
omwentelingen
geschiedenis

Deze molen is de opvolger van een in 1852 gebouwde molen, die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door gevechten tussen Duitse en geallieerde troepen werd verwoest.

In de tweede helft van november 1944 bereikten Britse troepen praktisch overal de westelijke Maasoever. Daarna kregen de Duitsers ruimschoots de gelegenheid het gebied ten oosten van de Maas in staat van verdediging te brengen. Op last van de plaatselijke bevelhebber werd op 7 januari 1945 onder slechte weersomstandigheden een begin gemaakt met de evacuatie van de inwoners van Afferden. In de tweede helft van mei 1945 keerden de mensen terug. De molenaarsfamilies Van de Bergh en Beijk troffen van de molen, die was opgeblazen, slechts een puinhoop aan.

Hoewel er serieuze plannen waren om de molen te herbouwen, kon daarvan voorlopig geen sprake zijn, aangezien de kosten te hoog waren.
Pas op het einde van de jaren vijftig deed zich een gunstige gelegenheid voor. In Venray-Heide was de coöperatieve windmolen van de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (L.L.T.B.) afdeling Heide te koop. Die molen was in 1904 gebouwd met met onderdelen van de uit 1722 detarende Gasthuismolen te Tiel.
De molen stond te Venray reeds jaren stil omdat de coöperatie op een elektrische hamermolen met mengerij was overgeschakeld; de molenberg was reeds gedeeltelijk afgegraven.
Beijk en Van de Bergh besloten de molen te kopen. In Afferden werd een nieuwe romp en een opslagruimte in de molenberg gebouwd. Met de onderdelen van de Venrayse molen werd de molen van Afferden door Beijk afgebouwd en bedrijfsklaar gemaakt. Het gevlucht, bestaande uit twee Potroeden, werd weer voorzien van Van Bussel-stroomlijnwieken, een specialiteit van molenmaker Beijk, maar nu met remkleppen.
In 1958 kon de molen in bedrijf worden genomen.

Nadien ging het de ambachtelijke maalderij echter niet meer voor de wind. Uiteindelijk zette men de molen in het midden van de jaren zestig stil.
In 1977 volgde verkoop aan Eugene Donne, ondernemer uit Bergen. Helaas had dit geen goede gevolgen voor het onderhoud. Diens zoon, Eugene Donne jr., maakte later plannen om de windmolen in zijn oude staat te herstellen. Bij Jochijms te Groesbeek kocht hij twee Potroeden, die in 1984 vrij waren gekomen toen er aan de Groesbeekse molen twee nieuwe roeden met het Ten Have-wieksysteem werden aangebracht. Donne plaatste een elektrische houten maalstoel op de maalzolder en installeerde een elevator en een pletter. Evenwel maakte hij het werk niet af en verkocht de molen in 1986 aan de jonge molenmaker Harrie Beijk. In feite kocht de familie Beijk hiermee de molen terug.
Er werden bij een restauratie twee nieuwe Derckxroeden gestoken, die van fokken werden voorzien.

Nadat in oktober 2008 het linkervoeghout was gebroken, zijn er in november van dat jaar noodreparaties uitgevoerd. In juli 2009 heeft molenmaker/eigenaar Harrie Beijk het voeghout (en de daardoor verzakte kap) hersteld.

Begin 2023 werden beide gelaste roeden vervangen door nieuwe van, niet onlogisch, het fabrikaat Beijk.