bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Op 10 april 1855 kreeg G. van Bree toestemming van Gedeputeerde Staten van Gelderland om in Lengel een molen te bouwen op een stuk grond, kadastrale gemeente 's-Heerenberg, sectie I, nummer 223. Van Bree vroeg waarschijnlijk toestemming om deze molen te mogen bouwen ten behoeve van zijn schoonzoon Hieltjes (Heijltjes). De molen en percelen bij de molen kwamen echter op sectie I nr. 709.

Op 4 oktober 1861 brandde de houten korenmolen af. De knechten waren enige tijd voor de brand in de molen bezig met het scherpen van de stenen, en hebben daarbij licht gebrand. Misschien was er vuur in de molen achtergebleven.

De molen was voor ƒ 3000,= bij de Tielsche Maatschappij tegen brandschade verzekerd. Bij de taxatie, enkele jaren eerder, was de waarde van molen en erf gewaardeerd op ƒ 1500,=.