bouwjaar
circa
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Na de brand van de standerdmolen rond 1697 duurde het even voordat dichter bij het dorp een achtkante opvolger werd gebouwd. Mogelijk kocht Gerrit Bosch de nieuwe molen in 1701, hij sloot toen verscheidene leningen af.
'In mei 1701 heeft Gerrit Bosch daarvoor f 625 opgenomen van Jan Hendriks, Timmerman tot 't Well.
Op 2 Juny 1707 is dit Capitael vermindert met f 285 soodat het Capitael nog blijft f 340.
Den 10 Mey 1701 is deze molen nog beswaert met 298 gulden ten behoeve van de Coopman tot Amsterdam gent. Jacob Hendriksz. Rooleeuw.
Den 25 November: voorschreven meulen cum annexis nog beswaert ten profijte van de Diaconie tot Garderen met 50 guldens,'

De administrerend diaken tekent aan:
'1703: meert den 26:
aen den Kerckemeester wegens obligatie op de meule overgenomen 22-0-0.'

'Volgens vertoonde Quitantien door Wolterus van Elspeet als koper en tegenwoordig Eygenaer van de bovenstaande Meulen, sijn deze posten gerooyeert en doorgeslagen op den 30e Novemb: 1707.
Den Coopspenn: van de Meulen sijn f 1380.'


Hierna zijn de namen van verscheidene andere molenaars bewaard gebleven, waaronder leden van de families Van Zomeren en Van Voorthuizen, met familiebanden op andere molens in de omtrek.


Rotterdamsche courant, 10 augustus 1852
Woensdag avond sloeg de bliksem in den korenmolen te Garderen, die geheel is afgebrand, benevens twee gevulde zaadbergen, eene schuur en eene boerenwoning terwijl drie vette kalveren omgekomen zijn.

Op 5 augustus 1852 brandde de molen van Teunis van Zomeren af na blikseminslag. Molenmaker Looman uit Deventer gaf nog ƒ 570,= voor de restanten. Op 3 maart 1853 werd de huidige molen in gebruik genomen, ca. 20 m verderop.

Bron: "Korenmolen "De Hoop"", Vereniging Plaatselijk Belang Garderen, 1993. Verzameling H. van der Kaay.