bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Het jaar 1573 waarin de molen hier geplaatst werd, maakt het aannemelijk dat de molen hier niet nieuw gebouwd is, maar afkomstig was van buiten de stad en in verband met de oorlogsdreiging door de Spanjaarden binnen de stad is gehaald.

-----

De molen komt voor op de kaart van Cornelis Drebbel uit 1597. De molen staat daar net naast het Munnickebolwerk. Zoals onder vermeld, is de molen in 1651 na meerdere verzoeken een klein stukje verplaatst naar het midden van het bolwerk.

-----

In het historisch kadaster van het Regionaal Archief Alkmaar wordt de molen een aantal maal genoemd, onder de kadastraal perceelnummers Kad.A1242.1 en Kad.A1240. Bronnen, waaronder C.W.Bruinvis, "De Molens van Alkmaar", zie daar. Hieruit volgen de de volgende data met betrekking tot deze molen:

1573.12.19: Machtiging van de vroedschap voor burgemeesters om te accorderen met de molenaar die zijn molen op Hendrik Mollers erf wou zetten.
1595.04.29: Vergunning voor molenaar Jan Jansz om de molen met riet te dekken.
1619.05.11 en 1623.10.16: Verzoek van Jan Jansz om de molen op het bolwerk te stellen afgewezen. Wel vergunning om de werf te verhogen.
1647.07.12: Verkoop, zie onder
1651.01.23: Vergunning om de molen op het bolwerk te zetten.

-----

826. 1647, juli 12. Jacob van der Nieustadt en Davidt Vermeer, schepenen in Alcmaer, verklaren dat Jan Jansz., eertijds molenaer, verkocht heeft aan Jacob Cornelisz. Molenaer, de helft van een korenmolen, staande aan het Munnickebolwerk, waarvan de wederhelft Cornelis Symonsz. Molenaer toebehoort, met een huis en erve, gelegen bij de voornoemde molen aan de noordzijde van het Monnickenerf, belend ten oosten en westen de verkoper. Authentiek afschrift van 1656. Inv. nr. 1574.

Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.

-----

Op 26 maart 1666 werd voor de erfpachtsom van 3 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen (genaamd De Munck) te Alkmaar, binnen de stad, verstrekt aan Jan Jansz. en de weduwe van Pieter Danielsz.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens).

Het betrof duidelijk een ambtelijke inhaalslag ten aanzien van de korenmolens in de stad. Op dezelfde dag werden windbrieven verstrekt aan nog 4 korenmolens in Alkmaar. Tevens is de naam Jan Jansz. opmerkelijk. De molenaar Jan Jansz. was in of voor 1656 al overleden (zie onder) en vanaf 1647 waren Jacob Cornelisz. en Cornelis Symonsz. gezamenlijk de enige eigenaars van de molen. Dit is dus waarschijnlijk een andere Jan Jansz.
-----

De molen komt voor in de Blafferd Erfp. Windm. 1729-1755 (Arch. Dom. Alkm.).
Eigenaar: Cornelis Segertszn.
Bron: Boer/ archief Ten Bruggencate.
-----

In 1730 betaalden Matthijs Put c.s. f20 erfpacht (historisch kadaster RAA, kadastraal perceel Kad.A1242.1).
-----

In 1757 klopten de molenaars aan bij de burgemeesteren, omdat de molen door ouderdom niet meer zonder gevaar te gebruiken was. Ze wilden een nieuwe molen bouwen, gedekt met riet. Dit werd afgeslagen.
Maar de burgemeesters vonden het wel een goed idee als er een stenen molen herbouwd zou worden, omdat dat ook 'tot sieraad der stad zou strekken'. De eigenaars vonden het een goed plan, maar berekenden dat het ƒ 4000 meer zou kosten. Daarom stelden zij voor dat de stad hun dit bedrag, de helft 1 mei 1758 en de andere helft voor 1 mei 1759, tegen 2,5 t.h. 's jaars op de hypotheek zou verschaffen. Op 6 mei 1759 werd met de afbraak begonnen.

Bron: "De Molens van Alkmaar", C.W. Bruinvis 1905.
Julius D. Meijer, 11 aug. 2016.