trivia

Deze noordelijke molen stond tegenover/ bij de aftakking van de Hoornsevaart en de Koedijkervaart naar Petten. De scheidingsdijk tussen het dwarsslootje en de Hoornsevaart werd later ter plaatse van deze noordelijke molen doorgegraven. De Nieuwe vaart nam de transportfunctie van het stuk gedempte Hoornsevaart over. De positie van deze noordelijke molen is dus nu ongeveer midden in die doorgraving, net ten zuiden van de brug in de Frieseweg over de vaart. Van die molen zullen dus alle fundamenten helemaal verdwenen zijn.
Pim van der Wijk, 29 sept. 2016.
-----

157. 1536, april 8 (1535, stilo curie). Het Hof van Holland, vonnis wijzende in een geschil tussen de prelaat van Egmont, Pieter Claesz. Palinck, Jordaen van Foreest, Andries Willemsz., Jacop van Bloemen, Heer Willem Ossman, pastoor te Heylo, de gedeputeerden van Wimmenum en schepenen van Heylo, impetranten van mandement penaal contra IJsbrant Jan Heynenzoon, Jacob Jansz., Nan Hillebrantsz., Allert Rommertsz. en Jacob Compostel, met de gravin van Egmont, verweerders inzake de bouw van twee molens buiten Alcmaer met het doel de Egmonderen Bergermeer droog te malen, waardoor de impetranten zeer zouden worden geschaad, verklaart de eis tot stopzetting der bemaling en tot afbraak der molens niet ontvankelijk. Afschrift, alsook van de verdere stukken betreffende deze kwestie, zie Inv. nr. 38, fol. 54v.e.v.
Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.
-----

De anonieme tekening uit 1603 toont het beleg van Alkmaar in 1573, vanuit het noorden gezien. De beide molens van de Bergermeer staan er nog op, de noordelijke molen is niet meer compleet dus zal degene zijn die was verbrand.
Regionaal Archief Alkmaar, cat.nr. PR 1004104_2.