De molen van Winkel stond aan het einde van de Westerzwet "bij Cornelis Syvertserf", en maalde het overtollige water van de Ooster- of Winkelerpolder uit op De Braken. Tussen 1525 en 1544 werd ter aanvulling een tweede molen geplaatst, aan het einde van de Oosterzwet, De Oude Molen.
De molen kwam door maaivelddaling in andere delen van de polder, als gevolg van de ontwatering, te hoog te staan om de hele polder te kunnen bemalen. Daarom werd de molen bij Cornelis Syvertserf verplaatst naar het laagste deel van de Ooster- of Winkelerpolder, op het Appingeland in De Braken ofwel het Nieuw Bedijkte Land van Winkel.