Op 4 oktober 1796 werd de Rietvink in Zaandam-West voor ƒ 2300 verkocht aan Maarten van Ommeren, W. Tadema en Cornelis Karseberg. In 1797 lieten zij de molen afbreken en verplaatsen naar Durgerdam, om daar schors te malen.
F. Rol
-----

De molen werd herbouwd in Durgerdam, "op een hoek land genaamd De Kleimiet leggende in 't zuiden in de banne Schellingwoude". De naam van de molen werd niet De Rietvink, maar De Jacobus Marius.

De molen werd in 1805 al gesloopt. De zaken liepen slecht.

Bron: "Ontheemde Zaanse Molens", Arian M.H. Smit, 2005, pag. 165.

14-11-1799: Amsterdamse courant

De Gerechtsbode van Schellingwoude en Buiksloot, is voornemens om op Donderdag den 5 December 1799, des nademiddags &5 4 uuren , in de Herberg te Schellingwoude, aan de meestbiedende of hoogstmynende, by Executie, te verkoopen:

No. 1. Een binnen kort geheel Nieuw opgetimmerde Wind RUN MOLEN, genaamd  JACOBUS MARCUS, met alle deszelfs LOOTSEN en HUIZINGE daar annex, mitsgaders een hoek LAND in een stuk, genaamd DE KLEIMIET, groot ongeveer 126 Roeden, staande en gelegen te Durgerdam.

No. 2. Een HUIS en ERVE, staande en gelegen als boven, gequoteerd Np. 70, zynde een TAANDERY, met alle deszelfs Gereedschappen en Taanwerk, te zamen in één Koop.

No. 3. Een hegt sterk en weldoortimmerd HUIS, ERVE en TUIN, gequoteerd No. 74, mede staande en gelegen te Durgerdam.

No. 4. Als mede twee MOESTUINEN, leggende aan elkander agterde Huizen te Durgerdam, te zamen in één Koop. De Veilconditien zullen, drie dagen voor en op den Verkoopdag, te zien zyn ten Comptoire van den Secretaris H. VAN LUYKEN, te Buikfloot, en den Notaris A. DONKER,'te Nieuwendam,' waar mede nadere informatien zyn te bekomen.

06-04-1805: Oprechte Haarlemse courant

Uyt de hand te Koop: Een WIND-RUN-MOLEN met zyn Toebehooren, om verplaatst te mogen worden, staande en gelegen te Durgerdam, in de Banne van Schellingwoude; te bevraagen by Gerrit de Vryer, te Buyksloot