In 1850 werd op het huis achter de herbouwde Roomolen (Tenbruggencatenummer 06493 i) een specerijmolen Het Jonge Hart gebouwd. De naam roept de vraag op, of gebruik was gemaakt van onderdelen van het veerzaag- en specerijenmolentje met dezelfde naam, dat in de windgeldboeken tot 1850 voorkomt aan de Buitensingel tussen Raampoort en Zaagpoort, maar dat in het Register van 1853 niet meer is vermeld.
Vanaf 1853 werd hij ook gebruikt als cacaomolen.
In 1884 werd het voormalig buitenverblijf Ipenwoud doorgraven vanwege de verbreding van de aangrenzende sloot tot Jacob van Lennepkanaal, hetgeen ook het einde betekende van de Roomolen en de specerijmolen Het Jonge Hart.
Bronnen:
- "Ons Amsterdam" 1970 nummer8, pag 242, in een artikel van J.H. van den Hoek Ostende, getiteld "De molens aan de Overtoom", pag. 238-243.
- "Het einde van de korenmolens op de Amsterdamse bolwerken" door J.H. v.d. Hoek Ostende, artikel in Jaarboek Amtelodanum 1972.
H. van der Kaay, 29 jan. 2008, en Theo Bakker, 9 & 10 sept. 2008.