In 1580 kregen de inwoners van Houtrijk vergunning om een eigen molen te bouwen daar zij geen baat hadden bij het werk van de Liedewatermolen.
De molen verkeerde in 1813 in een zeer slechte staat en werd voor 100 gulden verkocht aan de molenmaker die hem in onderhoud had. De Houtrijker Binnenpolder werd [middels de nog bestaande duiker in de Groeneweg] weer gecombineerd met de Spaarnwouder Binnenpolder en het land werd ontwaterd door de twee nog bestaande molens, de Liedemolen en de Slokopmolen.
Bron: "550 jaar Vereenigde Binnenpolder onder Haarlemmerliede en Spaarnwoude 1434-1984", Joke M. van der Aar, 1984, uitgegeven door Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Waterschap Groot Haarlemmermeer.
Willem van Warmerdam.
-----
De derde uitgave van de kaart door Jan Jansz. Dou en Steven Pieterszoon van Brouckhuijsen van 1647, uit 1746, is ingrijpend herzien door landmeter Melchior Bolstra. Hierop staat de Hout Ricker Mole, ongeveer waar later de Batterij was. Hierop lijkt de molen een bovenkruier. Zie Beeldbank Noord-Hollands Archief, inv.nr. NL-HlmNHA_560_002510_09MB.
Bron o.a.: Chris Buzink, 2 juni 2018.
-----
We houden het perceel 107 op de kadasterkaart van 1832 aan als waarschijnlijke standplaats van deze molen. Daarop is echter niets meer herkenbaar als aanduiding van een voormalige molenplaats.
-----
Van de Houtrijker molen die dicht bij Halfweg stond, is bekend dat die verkocht en afgebroken werd vlakbij de plaats waar hij in 1580 gebouwd was. Op de 'stormtekening' staat hij als stellingmolen getekend.
Overigens werd de Houtrijker molen in 1631 verplaatst. Na het graven van de Haarlemmervaart stond hij aan de zuidzijde van de vaart, geïsoleerd van de te bemalen polder. Hij werd 1632 naar de overkant van de trekvaart verplaatst.
André van der Veen, Historisch Halfweg, 13 okt. 2022.