bouwjaar
circa 1740 beschadigd en hersteld
verdwenen
omgewaaid
geschiedenis
Al in 1609 was het plan opgevat om het Berkmeer droog te maken, dat toen nog in open verbinding stond met de Heerhugowaard. De Heerhugowaard werd drooggemaakt en bedijkt krachtens octrooi van maart 1625. Hierdoor was het eenvoudiger geworden om ook het Berkmeer droog te leggen.

Voor deze drooglegging werden twee octrooien verleend. Eén op 16 december 1626 aan Reinoud van Brederode als Heer van Veenhuizen van Spanbroek, en één op 21 maart 1633 aan Johan van Mathenes, Heer van Mathenes, Riviere, Opmeer, Soouteveen etc. en de voogden van de kinderen van wijlen de Heer van Obdam, onder welke genoemde heerlijkheden het meer zich uitstrekte. In 1635 was de ca. 255 ha grote polder al droog en kon de grond worden verkaveld.

Tot 1725 vond de bemaling plaats door middel van een gang van drie wipmolens met scheprad.
In dat jaar werd de bovenmolen (naar voorbeeld van de Buikslotermeer, Tenbruggencatenummer 00847 a) omgebouwd tot vijzelmolen en werd naar deze molen een nieuwe aanvoertocht gegraven. De onder- en middenmolen werden in 1726 of 1727 voor afbraak verkocht.

In of kort voor 1740 is de vijzelmolen zwaar beschadigd of zelfs omgewaaid, hetgeen in november 1802 nogmaals gebeurde. Op deze plaats werd daarna een achtkante binnenkruier gebouwd, die afkomstig was uit de Wogmeer bij Hensbroek. Deze opvolger van de wipmolen is nog steeds maalvaardig.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- Nederlandse Molendatabase.