Ten oosten van de Vlaardingse haven tussen de huidige Spoorsingel en Koningin Wilhelminahaven lag het teelland, een nogal drassig stuk grond.
In 1852 was dit stuk grond in gebruik bij ene Glein Kok (geb. 16-01-1820 te Vlaardingen).
Teneinde meer profijt te kunnen hebben van zijn land plaatste hij daar een watermolen aangedreven door een paard.(1)
Slechts twee jaren heeft hij deze molen in gebruik gehad. Waarschijnlijk door een te grote bewerkelijkheid of een te geringe capaciteit besloot hij in 1854 de rosmolen te vervangen door een windmolen. Deze molen had een vlucht van dertig voet.(2)
Doordat Glein Kok "beduidende kosten" had gemaakt om de molen te kunnen bouwen was hij niet in staat de landhuur over 1855 op tijd te voldoen.(3)
Of hem dat gelukt is vernemen we niet meer, zoals er tot nog toe mij ook geen nieuwe feiten over de molen bekend zijn.
1)Gem. Archief Vlaardingen ingekomen stukken B&W inv. nr. 389, 563
2) GAV notulen B&W 9-12-1854 inv. nr. 134 fol.140
3) GAV notulen B&W 24 juni 1855 inv. nr. 135 fol.65
Over dit molentje is nog nooit iets gepubliceerd, dan zijdelings genoemd in mijn boekje over "de Aeolus" vandaar de noten erbij.
Arie van der Hoek.