bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Deze molen was gebouwd op het Noordeinde, waar nu het kantoor van de Landbouwbank staat. De molen, een achtkante molen op een molenberg, is waarschijnlijk gebouwd aan het einde van de 18e eeuw. In ieder geval na 1769.

De molen maalde ook voor de bierbrouwerijen en de jeneverstokerijen.
In de staat van Fabrieken en Trafieken in het Departement Drenthe uit 1809 werd de molen vermeld als "In goede staat, nog in bloei en nog altijd veel te doen". In 1807 was de molen in eigendom van Roelof Egberts Mulder en Harm Koerts Kinkhorst. (Kohieren vaste goederen in de kerspelen van Drenthe). Roelof Mulder die in 1811 overleed werd door zijn zoon Egbert opgevolgd. Egbert stierf in 1838. Harm Kinkhorst overleed vermoedelijk voor 1811 en werd opgevolgd door zijn zoon Koert, die in 1831 overleed. In 1829 koopt Koert Kinkhorst van zijn moeder en twee tantes het 11/24 aandeel van de onverdeelde boedel nl. van de korenmolen en de molenberg voor fl.1833,--. Het volgende jaar vind een ruiling plaats. De Korenmolenaars Koert Kinkhorst en Egbert Mulder ruilen dan een stukje grond, zijnde de molenberg, voor een stukje groengrond, gelegen op de Riekeboers-kamp, gelegen aan de gemeenschappelijke Kaay van het Meppelerdiep, thans het einde van het Molenpad, van Vrouwe Hermine E. Backer, echtgenote van Mr. J.A.G. de Vos van Steenwijk tot den Havixhorst te Meppel, met de bepaling dat de molen 15 september 1830 van de molenberg moet zijn weggenomen; mocht door het administratief bestuur de verplaatsing van de molen niet worden ingewilligd dan zal de ruiling geen effect hebben. Reeds in 1830 werd de molen aan het Molenpad herbouwd.

Waar de Veenemolen had gestaan bouwde in 1838 mr. J.W. Tonckens, van 1832 tot 1846 burgemeester van Nijeveen, later kantonrechter te Meppel, een voornaam huis, dat thans dienst doet als kantoor van de Landbouwbank, Noordeinde 13.

Bron: Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz 72/73.
jnjv