- trivia
- Het Land van Saeftinghe was in de late Middeleeuwen een gebied van welvarende polders, waarin verschillende dorpen lagen. Het gebied bereikte zijn grootste omvang omstreeks 1350. De belangrijkste bestaansvormen waren landbouw en het zogenaamde moerneren (het winnen van turf). Deze turf werd als brandstof gebruikt en er werd zout uit gewonnen.
Als gevolg van de ligging op het punt waar Honte en Schelde samenvloeien, was de streek bijzonder kwetsbaar voor stormvloeden.
Er lagen 4 dorpjes in de vrije heerlijkheid Het Land van Saeftinghe: Saeftinghe: Namen, St. Laureins en Casuwele. Tijdens de Allerheiligenvloed van het jaar 1570 liep het grootste deel van de polders onder water.
Vier jaar later sloeg de zee echt toe en reikte het "Verdronken Land" tot bij de plaatsen Beveren, Verrebroek en St.Gillis in Belgiƫ. Het dorp Saeftinghe en nog enkele andere stukken bleven behouden. In 1584 (de Tachtigjarige Oorlog) staken de soldaten van de Nederlanden de laatste intact gebleven dijken door, waardoor de totale vernietiging van de heerlijkheid en een deel van noordoost Waasland een feit geworden was.
Later is men opnieuw begonnen met inpolderen. De laatste polder die bedijkt is, is de hertogin Hedwigepolder, voltooid in 1907.