In de 18de eeuw viel het hertogdom Kleef, en dus ook Gennep, onder regime van de koning van Pruisen. Bij de grote watersnood van 1740 werd de koninklijke walkmolen te Gennep zwaar beschadigd. Drie jaar daarna liet Pruisen ter stimulering van de plaatselijke dekenfabricage een nieuwe walk- /volmolen bouwen op de rechteroever van de Niers tegenover de graanwatermolen aan de stadskant. Spoedig daarop werd deze volmolen gecombineerd met een looi- of schorsmolen. Helaas viel de walkmolen in 1746 aan vlammen ten prooi.
Maar in 1749 vermeldde een gemeentelijk rapport weer de aanwezigheid van vier molens op de Niers te Gennep te weten de koninklijke walkmolen, de looimolen, de graanmolen voor tarwe en rogge, en een oliemolen. Deze laatste stond op de linkeroever van het riviertje. De straat die er naartoe liep, heet nu nog de Oliestraat.
Bron: Molenbulletin 1e jaargang 1996 nr 2 Molenstichting Limburg.
Tekst van W. van Dinther.
Bovengenoemde koninklijke walkmolen en looimolen waren waarschijnlijk een gecombineerde molen (met 2 raderen vlg. kadasterkaart) op de rechteroever.
Redactie.
-----
De vol- en schorsmolen op de rechteroever werd in 1858 buiten gebruik gesteld en ontmanteld.