trivia

In het midden van de 16e eeuw is de fabricage van buskruit in ons land op gang gekomen. Daarbij ging het nog om kleine eenmans bedrijven waarbij het kruit met de hand werd gemaakt. In de 17e eeuw kregen de kruitmakers het vak aardig onder de knie en werd het Hollandsche buskruit zelfs beroemd. Vooral in Holland en in Zeeland ontstonden toen op verschillende plaatsen buskruitmolens, o.a. in Amsterdam, Purmerend, Ouderkerk aan de Amstel en Muiden in Noord-Holland, in Rotterdam, Leiden en Delft in Zuid-Holland, terwijl in Zeeland Middelburg en Vlissingen bekende centra waren. Dit is niet zo verwonderlijk want de grootste afnemers waren: de Staten van Holland, de Admiraliteiten, de V.O.C en de W.I.C. Van de meeste buskruitmolens is echter weinig bekend. Ze kregen pas aandacht als er ongelukken gebeurden.
-----

Bij de kruitfabriek werd nog een tweede rosmolen gebruikt, dit is vermoedelijk het rode kruisje op de waterstaatskaart van 1878:
"Bij overeenkomsten van 5 December 1701 en 5 December 1766 zijn 5 B. 26 R. 81 E. [van de Noorder- of Rietpolder, dbnr. 17010] aan de eigenaren der later daarop gevestigde buskruidfabriek in eeuwigdurende erfpacht afgegeven. Deze hebben dit land op hunne eigene kosten met kaden omgeven en houden het droog door middel van een paarden-watermolen. Het zomerpeil ligt op 1.20 E. - AP."
Bron: "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.