De molenmaker Thijs Peters bouwde "de nijenne molen staende op die Herensffenen", zoals men toen schreef. Van de gegoede Cornelis Crack kocht hij voor 75 daalder twee molenstenen, voor 30 stuiver een vuren roede (wiek) en ook kalk en steen voor "die clippen", de fundering voor een standerdmolen. Verder pachtte Thijs van Crack een stuk grond, waar de molen op kwam te staan (1598). Omdat de bezittingen van Crack destijds ten oosten van de Dracht lagen, zal waarschijnlijk daar ergens de eerste windmolen van Heerenveen zijn verrezen.
Hij heeft er niet erg lang gestaan, omdat in 1621 sprake was van de verkoop van "den oelden moelenplaetse": een leeg stuk grond.
De molen van Meijnt Douwes (Tenbruggencatenummer 14035) werd eind 1613 gebouwd door Thijs Peters, zodat het niet onmogelijk is dat deze zijn molen naar hier verplaatste.
Bron: "De sfeer van weleer. Over molens in Heerenveen", drs. D.M. Bunskoeke, 1991. Uitgave: St. Molen Welgelegen. Met dank aan H. van der Kaay.