bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Binnen de Starnmeer (zie Tenbruggencatenummer 00309 b) bevonden zich twee aparte polders. De ene was de Markerpolder, een polder van 185 hectare met het dorp Marken-binnen, welke werd bemalen door de poldermolen De Spin (Tenbruggencatenummer 00110). De andere was het Kamerhop, een polder van 46 hectare.

De plannen voor het droogmaken van de Starnmeer stammen uit het jaar 1628 en werden geopperd door de regenten van het dorp De Rijp dat ten noorden van het meer lag. Diverse opeenvolgende bestekken voor de droogmaking werden gemaakt door Jan Adriaensz. Leeghwater, die ook betrokken was geweest bij de drooglegging van de Beemster en de Purmer. Met de bedijking van de Starnmeer ontstond ook de kleine polder het Kamerhop, doordat de stad Alkmaar had bedongen dat er een vaart moest komen tussen Spijkerboor en West-Graftdijk. De drooglegging van de Starnmeer gebeurde met zes molens, het Kamerhop kreeg één molen.

De vier Starnmeermolens begonnen in de herfst van 1642 te malen en op 27 augustus 1643 viel de Starnmeer droog. In datzelfde jaar nog kreeg het Kamerhop zijn molen.

In het jaar 1647 werden er twee vijzelmolens bijgebouwd in de Starnmeer, dit waren de twee molens die ten zuiden van het Kamerhop lagen. Schijnbaar hadden de vier molens gezamenlijk niet genoeg capaciteit.

De molen van het Kamerhop werd gesloopt in het jaar 1734. In dat jaar werd er een duiker onder de vaart naar Alkmaar aangelegd, waarna de zes Starnmeermolens voortaan ook de bemaling van het Kamerhop voor hun rekening namen.

Bron: “Molens te Jisp” J.Klopper 1992 blz. 98-110
F. Rol, Zaandijk.