bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

De eerste pelmolen uit 1753 werd voor rekening van Dr. Johannes Horstenius te Meppel omstreeks 1766 herbouwd. Blijkens een kaart van 1766-1769 werd de molen herbouwd als open standerdmolen.
Volgens de kohieren van vaste goederen daterende uit 1807 is Jan Groeneboer eigenaar van de Pelmolen en behuizinge. De staat van fabrieken en trafieken uit 1809 vermeld: tevoren in bloei; thans minder gunstig, doch de oorzaak in den eigenaar te zoeken.
De molen ging voor 1830 teniet.

Bron: Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1968 blz. 76.
jnjv
-----

1.
In 1753 werd in deze gemeente een pelmolen gebouwd, waarschijnlijk een standerdmolen, die in 1765 door een ongeluk afbrandde.

2.
Het jaar daarop verrees een nieuwe standerdmolen die voor 1830 wederom afbrandde.

3.
De opvolger was een achtkante bovenkruier met stelling, ingericht als pel en runmolen.
In de nacht van 21 op 22 Mei 1858 ging niet alleen de molen in vlammen op, maar ook het molenaarshuis, de grutterij, de winkel de knechtswoning en een tweetal belendende huizen.

4.
Nog in hetzelfde jaar volgde de herbouw in de vorm van een ronde stenen bovenkruier op het hoge achtkanten onderstuk.
De kap is afgedekt met gegalvaniseerde platen.
In 1933 worden de roeden verwijderd en in 1938 de stelling.
In 1965 verdween het grootste gedeelte van de bovenbouw

Jerrydeling.