bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Jan Fredericksz Vlug bleek in 1635 een molentje op zijn huis gebouwd te hebben waarmee hij grutten maalde. Na klachten van meelverkopers werd hem geboden de molen af te breken, maar na herhaald bezwaar mocht hij de molen blijven gebruiken als potloodmolen en kreeg hij een schadevergoeding.

Vanaf 1639 mochten de kinderen Vlug toch weer grutten malen, zij het gedurende een enkele keren verlengde beperkte termijn. Na het verlies van de paarden van de rosmolen (zie de voorganger) in 1641, werd de vergunning voor hat malen van grutten voor onbeperkte duur verlengd.

Wanneer de molen is verdwenen is niet bekend.

Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.