- bouwjaar
-
circa
- verdwenen
-
1532 - 1533 of 1570 ?
- geschiedenis
-
Jan van Egmond liet tussen 1479 en 1481 watermolentjes bouwen op het eiland Moelandt, ook wel 't Molenlant of Moelant genaamd. Dit was een bedijkt eiland midden in het drassige onbedijkte Egmondermeer. De Graaf van Egmond bewoonde het slot te Egmond en was grootgrondbezitter.
Op oude kaarten van de onbedijkte Egmondermeer komt één watermolen op het eiland voor, aan het oostelijke einde van de doorgraving ervan, die later deel ging uitmaken van de Hoevervaart.
Mogelijk verloren de één of meerdere molens hun nut door de bouw van de beide Brantgen Jan Heinesmolens (dbnrs. 7097 en 6958) beoosten Alkmaar in 1532-1533, die voor een lager waterpeil op het meer zorgden.
Overigens staat op een kaart, gemeten en gekarteerd door Lauris (of Lourens) Pietersz in 1566-1567 (gekopieerd 1661 door Jan Dirksz Zoutman), ongeveer op dezelfde plek als de oude wipmolen een wipmolen aan de zuidkant van de Hoevervaart. Mogelijk bemaalde die in de beginjaren de Zuidermeer, het bezuiden de Hoevervaart gelegen deel van de Egmondermeer? Na de hernieuwde droogmaking van 1578 kreeg de Zuidermeer geen molen, maar waterde middels een grondduiker onder de Hoevervaart door af op de Geestmolenpolder (Tenbruggencatenummer 00360).
Tot 1591 en weer vanaf 1741 waterde ook de zuidelijk aanliggende Maalwaterpolder (Tenbruggencatenummer 07076) middels een duiker in de scheidingskade af op de Zuidermeer, en vandaar op de Geestmolenpolder.
Bronnen ondermeer:
- "Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland", A. Bicker Caarten, 1990.
- "Inventaris van het archief van de Polder De Egmondermeer", D. Aten, 2003.
Zie ook (eerste windwatermolen) (Tenbruggencatenummer 06969).