De molen werd gepacht door Hendrik van der Krabben. Tijdens de periode dat hij de molen pachtte, is de molen verplaatst naar het Hoogeinde, i.v.m. de aanleg van Overlaat in 1765. Toen Hendrik overleed volgde zijn zoon Jan hem op.
Tijdens de Bataafse-Franse tijd werden de heerlijke rechten afgeschaft. De Heer van Baardwijk verkocht in 1805 de molen voor ƒ 4000 aan Jan van der Krabben. In 1825 verliet de laatste Van der Krabben (Hendrikus) de molen. Zijn neef Hendrikus de Wert/Weert, molenaarszoon uit Kaatsheuvel, werd toen eigenaar van de standaardmolen. Al kort daarna stierf Hendrikus, waarna zijn weduwe Justina Körvers in 1827 hertrouwde met de molenaarsgezel Petrus Bruls.
Het noodlot sloeg weer toe, in 1830 werd de molen verwoest door brand.
Bron: DE KLOPKEI, tijdschrift voor de Heemk. Kring de ERSTELINGHE te WAALWIJK, 1995. Verzameling Henk van der Kaay.