08-05-1714: Op 8 mei 1714 werd voor de erfpachtsom van 12 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen (een nieuwe) te Oudenhoorn, Land van Voorne, verstrekt aan Nicolaas Langestraet, korenmolenaar.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens) 

03-06-1714: Op 3 juni 1714 neemt Jacob Langstraat een hypotheek voor twaalf honderd "carili" gulden en geeft daarvoor als onderpand "woonhuis staande op den oudehoornse mooldijck en nogh een gemet 236 roeden land gelegen in 't meentje № 15 mitsgaders nogh een nieuwe steene wind coornmoole". De geldverstrekker van de hypotheek is Jan Gou(t)swaart volgens de akte gepasseerd voor schout en schepen van oudenhoorn. Langstraat beloofd jaarlijks fl 100,- gulden af te lossen tegen een rente van 4% of jaarlijks 5% rente te betalen als hij niks aflost. Het zijn "Jan van der Lip en Trijntje Claas den voorsz verlijder aangetroude moeder woonende tot Heenvliet, Claas Langstraat woonende tot Rockainge, Jan Langstraat woonende tot Abbenbroek de welcke verklaarden voor de prompte betals door de voorsz om haar selven te stellen als borgen".

06-03-1705: De toevoeging 'een nieuwe' in de windbrief geeft aan dat de molen vervangen is. Op 6 maart 1705 was een eerdere windbrief voor de molen, derhalve de voorganger, verstrekt. Waarschijnlijk is de molen dus gebouwd in 1714, maar in ieder geval na 1705. Nicolaas Langestraat was ten tijde ook de molenaar van de molen in Rockanje. 

10-12-1715: Op 10 december 1715 compareert Jacob Langstraat wederom voor schout en schepenen van Oudenhoorn en zegt "van de Edele mogende heeren die van den Raade ende Reeckeninge van des Gaaffelickheits Domeinen in eenen Eeuwigen Erfpaght en op Erffpagts Reght aangenomen te hebben ende aanneemt bij desen de voornoemde wind coornmole en molenwerff staande en gelegen onder onse heerlicheit voornt op den dijck genaamt den mooldijck." voor een bedrag van twaalf ponden per jaar ingegaan de 26 november 1714 en accepteert voor hem en zijn nakomelingen dat als hij verzuimd deze pacht drie achter elkaar te betalen dat het recht op de erfpacht vervalt. Als onderpand van de erfpacht geeft hij "de voorsz wind coornmoole en moolewerff bij hem in erfpaght genoomen mitsgaders de verbetering van dien van timmeragie so van hout als van steen alreede daar op sijnde off nogh op soude mogen koomen en de voorts generalick alle sijne goederen geene uitgesondert".

In 1720 eist de pachter van het gemaal "Stat Briel en den Lande van Voorne" een borg van fl 500,- gulden voor het geval Jacob Langstraat "coornmolenaar te Oudenhoorn (tegen vermoeden) moghte coomen te frauderen". Omdat Jacob op de molen al twee hypotheken heeft, kan hij niet nog een hypotheek vestigen op de molen. Dit wordt opgelost doordat ongeveer 18 dorpsbewoners zich garant stellen voor de hele borg met hun eigen hebben en houden. Uit de akte blijkt de meeste een merk stellen en degene die wel hun naam opschrijven duidelijk niet gewend zijn deze op te schrijven. Uit de akte van 1714 en 1720 kan je afleiden dat Jacob Langstraat afhankelijk is van derden om tot een succesvol molenaarschap te komen.

In ieder geval stond er in 1803 al een stenen molen (zie onderstaand kaartfragment), waarschijnlijk dezelfde die een eeuw eerder gebouwd was.

11-02-1819: Aktedatum 11/02/1819 
Toegangsnummer 110 Notarissen 
Inventarisnummer 4756 
Aard van de akte verkoop 
Naam notaris Jan Kloppert Jacobsz

Uit het notarieel archief van Voorne-Putten. 

Imand Doens Rietdijk thans zonder beroep wonende Zwartewaal in het huis A 20 verkoopt aan Pieter Bijlaard korenmolenaar wonende Oudenhoorn in het huis nr 44 de stenen wind-korenmolen van Oudenhoorn staande aldaar aan de Mooldijk bevorens bekend als cohiernr 11 en thans 45 met alhetgeen daar in en aan aard en nagelvast is en het woonhuis, schuur, erf en tuin bij of naast de voorsz. molen thans cohiernr 44, welk onroerend goed aan de verkoper is opgekomen bij akte van transport op 14/08/1813 voor nts Mr Arnoldus Brocx te Brielle gepasseerd, niet anders belast dan met een jaarlijkse erfpacht van 12 gulden, van 2 kapoenen ter somme van 1 gld en 10 st en een erfpacht van een hen van 10 st ten behoeve van het Domein. De koopprijs bedraagt 4875 gld welk bedrag verkoper van koper heeft ontvangen waarvoor kwijting bij deze. Verkoper heeft aan koper het voorgaande bewijs van eigendom overhandigd. Getuige Arie van der Blom eigenaar wonende Abbenbroek.

04-03-1834: Rotterdamsche courant

De te Brielle residerende Notaris L. M. VAN KRUTNE is voornemens, binnen den Oudenhoorn, in het kanton Brielle, op Vrijdag den 7 Maart 1834, des middags ten 12 ure, ten Huize van den Kastelein H. L. Looy, te doen veilen en acht dagen daarna te verkoopen : Een hechten, sterken en sedert jaren zeer beklanten Steenen WIND-KORENMOLEN, met al hetgeen tot denzelven - behoort, staande en gelegen onder den Oudenhoorn, aan den Mooldijk, geteekend n,* 44, en een HUIS, aldaar, geteekend n.° 14, met een TUIN en BOOMGAARD daar annex. Behoorende tot de Nalatenschap van wijlen Pieter Bijlaard, in leven Korenmolenaar, gewoond hebbende en overleden te Oudenhoorn. Nadere inlichting te bekomen bij den Heer .J. DE ROUVILLE, te Brielle, en den voorn. Notaris VAN KRUTNE. 

 
07-03-1834: *aktenr 40, 
Veiling van onroerende goederen op verzoek van Geertrui Braat, eerder weduwe van Pieter Bijlaard, nu huisvrouw van Isaak Bubberman, korenmolenaar te Oudenhoorn, als voogdes over haar zoon Leendert Bijlaard.
Geveild worden: - een stenen korenmolen aan de Mooldijk te Oudenhoorn op nr. 44, kad. 15, met 2 roeden 10 ellen erf, sectie A nr. 56. Bijbehorend: een paar stenen, schalen en gewicht, 10 bilhamers, de zeilen en de reep. - een huis aldaar nr. 45, kad. 14, met erf sectie A nrs. 54 en 55 en nog tuin en boomgaard kad. nrs. A 53 en 52, belast tbv Domeinen met f 12, twee kapoenen ad f 1,50 en een hen ad f 0,50.
Wijlen Bijlaard kocht eea in 1819 van Iemand Rietdijk Doensz. te Zwartewaal.

Uit het notarieel archief van Voorne-Putten.
Inv.nr. 1319; akte nr. 157.
Notaris Louis Mijnard van Kruijne. "Aanbesteding tot de opbouw van de korenmolen aan de Mooldijk te Oudenhoorn, op verzoek van Jean_de_Rouville als correspondent van de Algemene Brandwaarborg- maatschappij te Rotterdam.
Aangenomen door Willem Vermaas, timmerman te Hellevoetsluis, voor f 4450. Volgt bestek. De sloop van de oude en bouw van de nieuwe molen moet binnen vijf maanden zijn voltooid". 

Bron: streekarchief/info: Rene Kleijn

24-09-1842: Rotterdamsche courant

De Notaris L. M. VAN KRUYNE, te Brielle, als last hebbende van zijnen Principaal, is voornemens op Donderdag den 29 September 1842, des voormiddags ten elf Ure, in het Raadhuis binnen den Oudenhoorn, in het openbaar aan den minstinschrijvende en bij opbod aan te besteden: Het AFBREKEN van een STEENEN ROMP, en het OPBOUWEN van een STEENEN WIND-KORENMOLEN, staande onder den Oudenhoorn aan den Mooldijk, met alle de daartoe noodige LEVERANTIEN, waaromtrent nadere informatien zijn te bekomen ten Kantoren te Brielle van den Heer J. DE ROUVILLE en van genoemden Notaris, en te Hellevoetsluis van den Heer W. VERMAAS, alwaar de Teekening is berustende, en door wien in den morgen van den dag der Aanbesteding aanwijzing zal geschieden.