bouwjaar
verdwenen
eigendomshistorie

I

geschiedenis

In 1666 wordt er een rosmolen bij de windmolen genoemd, de windmolen en de rosmolen werden toen geleend door Antonie Sweertsz Bouwmeester. 

In 1676 volgde zijn schoonzoon Antoni Haerman hem op als molenaar. 

10-08-1706: Copie waarbij voor de stadhouder van lenen en tinsen van de Domproosdij Anthonis Anthonisz.
Haermans (molenaar tot Cothen) verklaart f500 schuldig te zijn aan Cornelius Dellius (predikant tot Cothen)
met als onderpand een wind- en rosmolen onder Cothen met 4 hont land, zijnde tinsgoed van de Domproosdij waarmee hij 23-04-1683 is verlijd
18-12-1782: Rijk van Eck verkocht de molen en oliemolen in "erfkoop" aan zijn zoon Gerrit van Eck

Bron: Hist.Kring "Tussen Rijn en Lek", december 2006 40-4, blz 68-69.
Informatie van Ing. G.B.H. Woudenberg, 5 maart 2007.

Informatie van DrĂ© van Dijk, januari 2024 

Voor meer gegevens zie Oog in 't Zeil 1e voorganger (Tenbruggencatenummer 06925, de standerdmolen).