Deze molen diende voor de waterverversing van de grachten van Delft, hij maalde water uit de latere Pijnackerse Vaart in de Kromme Watering richting de stad.
In 1450 werden de molen en de erbij gelegen dam en windas weggenomen om de afvoer van Pijnackers polderwater te verbeteren. De molen werd verplaatst naar de Overgauw, de scheidkade tussen Zuid-Delfgauw en Pijnacker, en ging daar de Oude- of Hooge Polder bemalen tot hij rond 1574 werd verwoest bij het Beleg van Leiden.
Bronnen:
- Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.
- Hollandse Studiën nummer 12 1982. Verzameling H. van der Kaay.