bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Op de kaart van Hattinga zijn drie kruitmolens weergegeven. Centraal in de afbeelding is kruitmolen de Eendragt zichtbaar, linksboven is nog een deel van Middelburg zichtbaar. Op deze kaart lijkt het water welhaast de meest praktische aan- en afvoerweg voor de materialen te zijn. De twee andere afgebeelde kruitmolens, De Grenadier en de Goudend, werden net als De Eendragt begin 18e eeuw gebouwd.

De drie molens waren niet de eerste in de omgeving. Al vanaf het begin van de 15e eeuw wordt
melding gemaakt van buskruitproductie. De molens bevonden zich nog in of bij de stad. Hoewel men in april 1644 besloot de buskruitmolens te verplaatsen, werd in juli van dat jaar besloten dat de molens konden blijven waar ze waren, op voorwaarde dat het magazijn op ruime afstand van de molen massief werd opgemetseld. Tot die tijd moest het kruit wekelijks worden afgevoerd naar ‘s lands magazijn te Veere.

In 1701 werd besloten tot het plaatsen van een buskruitmolen aan de zuidzijde van de haven, dat betreft dan vermoedelijk Gouden Draak / Goudend of Eendragt.
De Grenadier werd in 1710 gesticht door Herman van de Putte, burgemeester van Middelburg.

Op 11 augustus 1779 sprong de stoof in deze kruitmolen en daarbij kwam een inwoner van Arnemuiden om het leven.

In de nacht van 6 op 7 juli 1802 ontstond er brand in het korrelhuis van de molen, opnieuw door het springen van de stoof. Daardoor werden acht in de buurt staande zoutketen vernield en twee zwaar beschadigd. Enkele inwoners van Arnemuiden kwamen daardoor zonder werk, voor hen werd een collecte gehouden die £ 119.4.4 (ƒ 716) opbracht. De afgebrande keten werden niet herbouwd en de zoutnering raakte steeds verder in verval.
In september 1802 werd De Grenadier, eigendom van een sociëteit, publiekelijk verkocht en tot boerderij verbouwd. Gedurende vele jaren woonde hier de familie Reijnierse. De Grenadier leek veel op De Eendracht.

Een bron uit 1820 bevestigt dat de Eendragt in 1807 nog in gebruik was, maar meldt ook dat de Goudend in 1807 buiten gebruik was. In februari 1807 werd inderdaad het verzoek gedaan om de Goudend / Gouden Draak te verplaatsen. In het magazijn bevond zich op dat moment 40.000 lb buskruit en in dat jaar werd nog wel geproduceerd. Na enkele jaren van stilstand was in 1816 de verplaatsing een feit.

Vermoedelijk was de VOC van grote invloed op de bouw van de drie molens en de VOC of de WIC zullen vermoedelijk ook de grootste afnemers zijn geweest. In de reeds eerder aangehaalde scriptie is te lezen dat de markt voor buskruit in de Zuidelijke Nederlanden na 1700 gin afnemen vanwege aanhoudende vrede. De productie in de 18e eeuw lijkt rechtstreeks beïnvloed te zijn geweest door oorlogsdreiging en door de instabiliteit van de aanvoerlijnen. Na 1800 werden de overgebleven buskruitfabrieken stuk voor stuk gesloten, verbouwd of opgenomen in de vereniging ‘Gezamenlijke Buskruidmakers van Noord-Holland, Utrecht en Zeeland’.

Bronnen en meer informatie:
- Molens in Middelburg, E. van Wijk, blz. 129-138 (De Kruitmolens).
- artikel over de buskruitmolens op Walcheren door E. van Wijk, in De Windmolen nr. 60. Informatie: H. v.d. Kaay, 1 juli 2013.
- Molens te Middelburg Mortiere, Een Archeologische Opgraving, feb. 2009.