Alkmaar kreeg in 1528 van Karel V toestemming om een tredmolenkraan aan het water te plaatsen:

138. 1528, februari 27. Karel, rooms keizer, op het verzoek van burgemeesters, schepenen, en raad van Alckmaer om een kleine kraan te mogen oprichten tot het opwinden van de wijnvaten en de molenstenen die de abt van Egmond soms laat komen. alsmede andere koopmanschappen, staat toe, dat bedoelde kraan wordt opgericht, mits betalende de eerste zes jaren de 20e penning van de inkomsten, de volgende zes jaren de 12e penning, waarna het kraangeld gelijk gemaakt moet worden aan dat van Amsterdam, bepalende dat, de kraan ten allen tijde vernieuwd mag worden. Met beschadigd zegel. Inv. nr. 1925.
Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.