Uit De Brabantse Leeuw van J.A.W.Swane
Brabant's molens en hun mulders VII Reusel.
Tussen 1681 en 1800 wordt de molen door 18 pachters bemalen.
Volgens het Kadaster 1811-1832 staat aan de Molenweg op perceel A705 de genoemde windmolen en is dan eigendom van Andries Rooijackers (molenmaker) uit Bladel.
In 1835 wordt de molen bemalen door zijn zoon Laurens Rooijackers, welke bij de boedelscheiding in 1849 eigenaar wordt van de molen
(Deze L. Rooijackers bouwt in 1851/1852 de windmolen Nr 2850 in Bladel.)
De molen wordt in 1868 bemalen door J.G.Bastian uit Maarheeze. (huurder)
Uit een presatie of taxsatie rapport uit 1868 blijkt dat het gaat om een achtkanten wind- graan koren-,boekweit- en oliemolen.
Deze wordt in 1868 dan gehuurd door Franciscus Rooijackers zoon van L. Rooijackers.
Bij de boedelscheiding in 1871 wordt F. Rooijackers eigenaar.
In 1873 verkoopt F. Rooijackers de molen aan Antonie Coppens welk tot dan de molen Nr 2850 in Bladel huurde.
Antonie Coppens is de zoon van Christiaan Coppens die molenaar was op de molen Nr 6764 te Lage Mierde.
In 1881 bouwt Antonie Coppens een nieuwe molen op perceel C 1608 C 1609 Nr 787 te Reusel.
Uit de hulpkaart (kadaster) 1887 is perceel A 705 opgegaan in perceel A 1846 en staat hier geen molen meer (bouwland) reden van sloop onbekend.
Jos Teurlings, 19 juli 2011.
-----
In het kadaster van 1811-1832 staat de molen ingetekend als een achtkante stellingmolen, dus kennelijk was de standerdmolen toen al vervangen, maar zeker weten doen we het nog niet.
De redactie/NSR, 19 juli 2011.