bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

De Catgespolder werd aanvankelijk alleen door de Oude Catgesmolen (dbnr 8713) op de Rotte bemalen.
Deze wipmolen stond aan het einde van de thans niet meer bestaande Catgessloot, juist ten noorden van het Koornmolengat waar ook de Korenmolen van Zevenhuizen heeft gestaan. Daar lag ook het thans verdwenen Catgesverlaat, een schutsluis waardoor schepen de Rotte konden bereiken.

In 1566 kwam er een tweede molen bij, die stond ter hoogte van de bovenste middelmolen van de Molenviergang van de Tweemanspolder.

Hoewel de molen al een taak had vervuld in Noord-Brabant te Zevenbergen, werd hij toch de 'Nieuwe Catgensmolen' genoemd.

De molen werd gebouwd volgens bestek d.d. 11 juli 1612
Aannemers: molenbouwer Joris Woutersz uit Delft voor fl 2,800,--
Opleveringsdatum Sine Pietersdag
De bouw kwam op rekening van de Catgis en Swanlasche polders en kreeg als naam '5e gemeene molen'.
De bouwkosten bedroegen 5232 gulden, 25stuivers en 15 penningen.
Op 12 september 1721 is de molen verbrand door een blikseminslag.

Op 6 october 1721 wordt de nieuwe molen aanbesteed.
Een jaar later werd de opvolgende molen gebouwd, waar hij nog steeds aanwezig is, alleen fungeert hij als bovenmolen van de molenviergang van de Tweemanpolder.