3e molen:
De vorige molen werd in november 1654 door brand verwoest. Een noodoplossing werd gevonden door tegen vergoeding op Berkel te lozen; Berkel moest hiervoor extra malen. Op 1 november 1655 was de nieuwe molen gereed en kon men weer zelf malen. De timmerman was Joost Claesz Tienen uit Dordrecht, de kosten waren F 1366 en 8 pen.
In 1695 brak de Hoefkade op de grens met Bleiswijk door, de Binnenwegse polder liep onder water en bleef door gebrek aan geld 2 jaar onder water staan.
Rond 1700 werd de polder drooggelegd en voortaan door 9 achtkante molens in vier trappen bemalen.
Opregte Leydse courant, 19 juni 1702
Schout, Moolenmeesters en Ambagtsbewaarders van de Binnenwegse Polder in ZEGWAART, zyn van meninge op Maandag den 3 July 1702 des Middags ten 12 uuren precys in 't Regthuys van Zegwaart publyk te verkoopen: Een groote, sterke, en wel geconditioneerde agtkante Water-Moolen, staande aan den Hooff-weg in de voorsz. Polder, met vier sterke Zeylen daar toe behoorende. Die middelerwyle de Conditien en Voorwaarden gelieven te zien, addresseren haar aan Cornelis van Sonneveld, P. Secretaris aldaar.
De molen werd op een veiling verkocht op 3 juli 1702
Bron ondermeer: Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.