bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De molen wordt al genoemd in 1559 en hoorde toe aan het Huis De Voorst, dat in 1643 in Eefde werd gebouwd door de Heren van Gelre.

In 1637 verkochten de bierbrouwer Arent Henricksen e.a., mede namens de minderjarige kinderen van wijlen Henrick Hermanse, "muller in de Voorst", een hypotheek van ƒ 1100,= "in de halve Blancke Byle neffens het huis en den hof by de molle gelegen", aan Berent Henricks, "muller in de Voorst". Er hoorde toen ook een bierbrouwerij bij de molen. Op 6 oktober 1710 verkocht Gerrit Lankhiet aan zijn broer Jan Willem Lankhiet "zeker huis of schuire neffens een Bentheimer steenen put en schuirken, gedestineert en behorende tot een brouwerie", gelegen in Eefde "by de Voorstermeule".

*In het lidmatenboek van Almen vinden we de volgende molenaars:
In 1718 Garret Oostendarp molenaar van de Voorster molen in Eefde onder Warnsveld (ook wel Eefsche molen genaamd).
In de kerkboeken van Warnsveld wordt hij Gerrit Lankheet genoemd, hij was n.l. de zoon van Arent Lankhiet (of -heet) van de Oostendorperwatermolen in Haaksbergen. Zijn broer Jan Willem nam toen de Voorster molen over.
Informatie van M.A. Brouwer, 3 november 2009.

Gerrit Lankheet, zoon van de Haaksbergse molenaar Arend Lankheet, werd opvolgend molenaar door zijn huwelijk in 1714 met Willemken Klaasen, de weduwe van Berent Henricks. Na het overlijden van Willemken in 1718, verkocht Gerrit in 1719 de brouwerij en de inboedel van het molenaarshuis aan zijn broer Jan Willem. Bovendien verkocht hij al het gereedschap horend bij de molen, dus zeer waarschijnlijk is op dat moment Jan Willem zijn broer opgevolgd als molenaar. Jan Willem kocht de molen van de graaf Van Keppel en Albemarle. Deze verkoop werd vastgelegd in 1745. Kleindochters van Jan Willem verkochten de molen aan Christiaan Meijerink en zijn vrouw Hendrika Huinink, vastgelegd in 1785.

Informatie van Hans van Rijn, 23 september 2012

In 1745 werd de molen verkocht.

De molen staat aangegeven op de kadastrale kaart van 1811-1832, ingetekend met een vierkantje. Normaal zou dat betekenen dat het om een wipmolen gaat. Lammert werd later opgevolgd door zijn zoon Cornelis Bast.

Bron ondermeer: De Gorsselsche molens van weleer, art. door J. de Graaf in Archief Oudheidkundige Vereniging DE GRAAFSCHAP, december 1958.
Verzameling H. van der Kaay.