Beneden de molens van Hafkamp, dus stroomafwaarts kwam men eerst bij de korenmolen van Gerrit Gerritsen daaronder weer de korenmolen van Egbert Wijchmans c. s. later bezit van Wijchman Brants. In 1731 zag de bovengenoemde Egbert Wijchmans c. s. kans de molen van Gerrit Gerrits in bezit te krijgen, met de bedoeling deze af te breken.
De afbraak van stuw en schuttingen leverde de kopers aanmerkelijke voordelen op met betrekking tot hun eigen molen. Dit kon echter niet maar zonder meer gebeuren. Hiertoe had men de toestemming nodig van de geërfden van Zuuk alsmede van de bovenliggende moleneigenaar, in dit geval dus Wolbert Adriaans Hafkamp. Teneinde het volle rendement te halen uit de afbraak van de toen al in verval zijnde molen van Gerrit Gerrits diende de beek ter plaatse verlegd te worden. De geërfden maakten geen bezwaar tegen deze gravenij en ook Hafkamp gaf zijn toestemming, omdat hij er eigenlijk alleen maar voordeel van had.