Louisa Hengeveld bedreef in 1832 op de hoek van de Hoogstraat en de Duizelsteeg een rosmolen met één paard, die achtereenvolgens de kollergang, het roerwerk van de vuister en de heien aandreef. Er waren drie bakken tot berging van 70 amen olie en een kleine woning voor de knecht.
De zoon en advocaat Evert Jan van Ommeren nam de molen in 1847 over, en verkocht hem in 1855 door aan de metselaar Henrdik Stevens, die hem rond 1857 sloopte.
Bron: Arnhemse molens en hun geschiedenis, Dr. G.G. Janssen, 1999.
Verzameling H. van der Kaay