Rond 1826 bezat en exploiteerde Peter van Zadelhoff, (reeds in 1816) olieslager, een rosoliemolen aan de Velperweg tussen de huizen Nijenstein en Welgelegen. Hij stond in een boomgaard achter zijn huis.
Het ene paard dreef achtereenvolgens de stenen, de heien en het roerwerk afzonderlijk aan, het voor- en naslag moesten ook afzonderlijk bewerkt worden. Er waren twee bergbakken voor 40 aam olie en de jaarproductie bedroeg 20 lasten zaad. Eind jaren 30 was ene Jacobus Kemperman hier molenaar.
Rond 1845 was de molen bezit van Evert van Zadelhoff en verdere erven, die de molen toen verkochten aan Hendrik Jan Hagen, fabrikant van patentolie. In 1848 had hij twee arbeiders en een productie van 150 vaten.
Rond 1850 waren de rentmeester Jan Jacob van Braam en de architect Hendrik Willem (Henri Guillaume) Fromberg de eigenaren, in 1851 alleen Fromberg. Deze liet de molen in 1852 amoveren en de boomgaard veranderen in een tuin.
Bron: Arnhemse molens en hun geschiedenis, Dr. G.G. Janssen, 1999.
Verzameling H. van der Kaay