W. Kok te Arnhem vroeg en kreeg in april/mei 1859 toestemming voor een korenmolen te Wekerom. Pas nadat hij op 12 maart 1861 opnieuw vergunning kreeg, kwam de molen in bedrijf.
Omdat er echter meteen veel klachten kwamen over wateroverlast bovenstrooms en er geen uitzicht was op verbetering, besloot het gemeentebestuur op 8 april 1862 de stuw en andere werken te ruimen om het water weer ongehinderd te laten wegstromen. W. Kok had de molen toen al verkocht aan E. Vos, maar ook diens zoon Willem Otto Vos kreeg niet meer de kans hier korenmolenaar te worden.
Op de boerderij op De Bart 2 hangt een bord "De Woatermeul", lang lag er als stoepsteen voor de grote deeldeur een molensteen.
Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.