bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

De kadastrale kaart van sectie E van Oosterend (Fr.) werd in 1824 opgemeten en pas acht jaar later vastgesteld. Helaas komt de polder niet gespecificeerd voor in de inventarisatie van 1867, zodat ook niet is vast te stellen welke vlucht de molen toen had.

Naast de molen was in 1832 ook een huis en erf in het bezit van Tiede Sjoerds IJpma (sectie E no. 31) en die werd in het floreenkohier aangeduid met no. 12 onder Oosterend (Eeskwerd).

Bij de verkoop van de door Jacobus IJdes Engelsma gebruikte zathe en landen (perceel 1) namens de familie IJpma op 9 december 1840 werd bepaald: De zoogenaamde Witte watermolen, staande op het perceel sectie E nummer 119 behoort voor drie vijfde gedeelten tot het eerste perceel en zal de kooper van dat perceel verpligt zijn tot het onderhoud van dien molen voor evengenoemde gedeelte en bemaling der landen daaronder behoorende.

Aan die bemaling betaalden jaarlijks mee:

kerk van Oosterend 21,12½ gulden

erven Tiede Pieters Vellinga 5,20 gulden

erven Anne Jouws Stapersma 3,25 gulden

Old Burger Weeshuis te Sneek 1,95 gulden

erven De Gavere 1,00 gulden

totaal 32,52½ gulden

Van dit bedrag was 3/5 voor de koper van de zathe, het resterende deel hoorde bij de zathe die bij Dirk Jans Heeg in gebruik was. Koper was Sijbren Rienks Sijbrandi te Itens.

Informatie van Dick Bunskoeke, 26-04-2020