- trivia
- Graf molenaar in kerk, gelezen in De Stentor, 7 december 2007, door Wim Nijhof.
APELDOORN - De Gasthuismolen aan de Molenvaart in Lieren is recent op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Het is de oudst genoemde meelmolen (1294/95) in het ambt Apeldoorn. Nauw verbonden met de historie van deze dwangmolen - de inwoners van Beekbergen moesten hier hun graan laten malen van de Gelderse graven - is de naam van Marten Orges. Zijn grafsteen staat in de Nederlands Hervormde Kerk in Beekbergen. Orges was één van de bekendste papiermakers van de Veluwe.
In het begin van de zestiende eeuw, in 1533, koopt het St. Petersgasthuis in Arnhem de molen 'mitten gemael', met instemming van hertog Karel van Gelre. De molen krijgt de naam Gasthuismolen. De hertog bepaalt met nadruk dat niemand anders op de Molenvaart in hetzelfde kerspel een waterkorenmolen mag leggen. Het Gasthuis krijgt op 7 januari 1535 wel vergunning om twee kilometer boven de korenmolen een volmolen te leggen, om wollen weefsels dicht te maken of te vollen. De stoffen werden daar met voeten getreden en volgestampt met de zogenoemde ,,vollersaarde'', een soort klei, reuzel of andere vetten, water en gerotte urine die was verzameld in grote tonnen, die vooral bij grote gezinnen werden uitgezet. Omdat ze zo stonken, werden de volmolens al snel ,,stinkmolens'' genoemd. De volmolen in Beekbergen is de nu nog bestaande Tullekensmolen.
Op 22 februari 1601 verpachtten de huismeesters van het Sint-Peters gasthuis aan Marten Orges "des gathuyses volmeulen" tegen een jaarlijkse pacht van vijfentwintig daalders, om deze als papiermolen te gebruiken. Marten Orges - over zijn afkomst is niets bekend - was omstreeks 1570 geboren en trouwde, vermoedelijk kort voor de eeuwwisseling, met Geertje Schut. Hij noemde zichzelf een 'pampiermacher' en schreef zijn naam met Duitse letters. Mogelijk is hij eind 1598 als Zwitsers soldaat naar Gelderland gekomen, nadat hij gevochten had in de Slag bij Nieuwpoort. Orges en zijn familieleden maakten in de Tullekensmolen handgeschept papier. In 1606 stichtte de familie een tweede molen, de latere Ruitersmolen, toen was het de Kleine Molen, om deze te onderscheiden van de eerste papiermolen, de Grote Molen.
Marten Orges is in 1626 overleden. Op zijn grafsteen in de kerk in Beekbergen staan het huismerk van de familie Schut - de kruisboog - en de letters M en O die het merk van de papiermakers van de Tullekensmolen vormden. De inscriptie meldt dat in dat jaar ,,den 9 september in de Here (is) gherust Meister Marten Orges - den olsten pappyeremaecker ghewest in Gelderland''. Het woord 'olsten' stelt ons voor een raadsel. Dat hij de oudste papiermaker in Gelderland was, is onwaarschijnlijk; zo maakte Johan Steenbergen in 1593 al papier in Apeldoorn. Henk Voorn vraagt zich in zijn standaardwerk over papiermolens in Gelderland, Overijssel en Limburg af of Marten Orges wellicht als deskundig meesterknecht gewerkt heeft bij de eerste Gelderse papiermolens van de familie Van Aelst. De oplossing van het raadsel heeft Marten Orges meegenomen in zijn graf.
De naam Orges is al snel uit de papiermakerswereld verdwenen, de nakomelingen voerden voortaan de naam van hun moeder: familie Schut.