bouwjaar
verdwenen
gemechaniseerd ?
geschiedenis
Op 1 april 1610 werd grond aangekocht van van een pastoor, om er t.z.t. een kruitfabriek op te bouwen. In 1614 ging de grond aan de Amsteldijk over in andere handen. De pastoorshof was inmiddels omgedoopt tot predikantswerf.

Pieter Maes en Johannes Pellegrom van Hierde hadden zich inmiddels in het bezit gesteld van het land benodigd voor de oprichting van een kruitmolen.

Want wat was er onlangs gebeurd? Een ontzettende ontploffing, hoorbaar tot in Haarlem en Beverwijk, een ontploffing had een einde gemaakt aan het bestaan van de kruitmolen 'het Oorlogschip', staande aan de Heilige weg (nu Overtoom) te Amsterdam (1709). Deze stad weigerde vergunning voor de herbouw, maar, zowel de burgemeesters, als ambachtsheren van Amstelveen, verleenden aan 'Cornelis van Tulden en Compagnie' in april 1710 vergunning om hun bedrijf naar Amstelveen te verplaatsen.

Pas in 1718 werd een nieuwe aanvrage gedaan en wel door een vooraanstaand Amsterdammer Nicolaes Calkoen, die zich hiertoe associeerde met de buskruitmaker Jan Allard. Aan hun relaties zullen deze heren het wel te danken gehad hebben, dat zij de begeerde vergunning op 20 december 1718 van burgemeesters van Amsterdam verkregen. Toen Nicolaes Calkoen in 1738 overleed werd hij in het bezit opgevolgd door zijn gelijknamige zoon.

In 1742 kwam de kruitfabriek in het bezit vande heer Hendrik van Hoorn, 'een ras-buskruitmaker'. Ook de Buskruitmolen Nr. 8 (Tenbruggencatenummer 08201) in Utrecht behoorde aan de familie Van Hoorn.

De kruitmolen werd bediend door 8 knechten en 12 paarden.

In 1782 op 7 augustus vloog een kruitstoof, behorende tot het bedrijf, in de lucht, welke gebeurtenis uit de aard der zaak veel schade aanrichtte.

De “de Oude Molen” bleef in handen van de familie van Hoorn tot 1843. De kruitfabriek in Muiden produceerde inmiddels zo veel kruit dat de fabriek in Nieuwer-Amstel niet meer nodig leek. Voor alle zekerheid werden de gebouwen echter niet afgebroken. Ongeveer vijftig jaar later besloot de Muidense vestiging de fabricage van nitroglycerine en salpeterzuur over te brengen naar Nieuwer-Amstel.

In juni 1953 ging het voor de tweede keer mis. Een zware klap die tot ver in de omtrek te horen was, bracht op woensdag 24 juni Ouderkerk in opschudding. Het was enkele minuten voor half vijf, toen een ketel gevuld met nitroglycerinehoudend afvalzuur met een daverende klap uit elkaar sprong. Bij deze ontploffing vielen één dode en één zwaar gewonde en in de wei lagen veel dode koeien.

Bron: BUSKRUITMAKERS IN DE LAGE LANDEN.
-----

De kruitmolen De Oude Molen van Hendr. van Hoorn en Zoonen was Nr. 3 van de 12 in 1807 nog bestaande kruitmolens. Hij werd toen bediend door 8 knechts en 12 paarden.
Bron: "Een blik op de buskruitindustrie in de Lage Landen", scriptie door Johan Verachtert, Universiteit Gent 2001-2002.
nog waarneembaar