- bouwjaar
- bestemming
Bemalen van de Boonspolder op vrijwillige basis
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Op het eerste gezicht lijkt de spinnekop op zijn in West-Nederland voorkomende grote broer, de wipmolen, maar door zijn geringe grootte en hier en daar duidelijk andere bouwconstructie is dit type in Noord-Nederland een eigen leven gaan leiden. Spinnekoppen zijn doorgaans niet groot: de vlucht bedraagt 8,5 tot 16 meter en hun capaciteit is (in de ogen van sommigen) dan ook vaak beperkt.
Al vanaf ca. 1900 werden veel kleinere polders samengevoegd en als gevolg dat veel particuliere molens afgebroken werden en vervangen door een grote molen of een stoomgemaal.
Zo bleven er uiteindelijk maar weinig spinnekoppen over (en wat ervan overbleef, staat bijna allemaal in Friesland).
In de Weerribben, gelegen in de kop van Overijssel, ging dit niet anders: rond 1920 werd het Stroïnkgemaal in Vollenhove gebouwd, waarmee het lot van de molens daar was bezegeld. Eén voor één werden ze afgebroken; als laatste de molen aan de Hoogeweg in 1943.
In 1980 ontstond het idee bij de (later opgeheven) Stichting Vrienden van de Weerribben om de molen aan de Hoogeweg te herbouwen. Staatsbosbeheer nam deze taak op zich en met begeleiding van een molenbouwbedrijf en eigen personeel werd, op vrijwel dezelfde plaats als zijn voorganger, in twee jaar tijd een maalvaardige molen gebouwd. Primaire functie werd het in de wintermaanden bemalen van de nabijgelegen Boonspolder (ca. 100 ha.) om rietsnijders dan in staat te stellen riet te oogsten.
In 1993 kreeg de molen nieuwe roeden van Siberisch larixhout. Begin 2013 werd de ondertoren van nieuw riet voorzien.
Op 8 december 2018 brak tijdens het malen één van de houten roeden. De schade bleef zo te beoordelen voor de rest beperkt. Medio 2021 was deze situatie nog niet gewijzigd, dat wil zeggen: de molen stond nog steeds 'met drie wieken' en de toestand werd er niet beter op.
Later begon Staatsbosbeheer een crowdfunding-actie: men wilde niet alleen het gehele wiekenkruis maar ook de vijzel en vijzelbak vervangen.
In juli 2021 bleken roeden, bovenas en ook vijzel verwijderd, maar pas ongeveer een jaar later had de molen weer een geheel nieuw houten wiekenkruis.
Vlakbij deze spinnekop staat, ook aan de Hoogeweg, een paaltjasker, gebouwd in 1963, die via een omweg een trilveen van extra water voorziet.