bouwjaar
bestemming

Geen; de molen kon alleen in een (klein) circuit malen

omwentelingen
geschiedenis

Aan het eind van de negentiende eeuw stonden de landerijen in het zgn wallenlandschap regelmatig onder water. Daardoor kon er soms maandenlang geen gebruik van worden gemaakt. Landbouwer Berend Krol kwam op de gedachte een nieuw molentype te construeren, omdat hij in verband met de nodige windvang voor een molen met wieken veel bomen en singels moeten verwijderen.
Krol experimenteerde zelf eerst met een miniatuurmodel, vervaardigd van hout van sigarettenkistjes. Dit experiment viel zo goed uit, dat in 1899 besloten werd de molen daadwerkelijk te bouwen. De molen werd uiteindelijk circa 8 meter hoog met een (wind)ton-diameter van circa 2,5 meter en een tonhoogte van circa 1,8 meter.

In 1952 verdween deze bijzondere molen, om in 2002, 50 jaar later dus, te worden herbouwd.

De cirkelvormig opgestelde verticale lamellen vangen de wind. Zij brengen de verticale as in beweging, die de 'ton' met een schroefvormig binnengedeelte met water naar boven draait. Vermeldenswaard is nog, dat de vooruitstrevende bouwer voor het mechanische gedeelte gebruik maakte van onderdelen van een hooimachine.

In het voorjaar van 2015 was deze bijzondere molen niet maalvaardig nadat een koppeling was gebroken. Inmiddels (najaar 2017) is ook de vijzelton niet meer aanwezig.