bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

In 1710 werd de molen gebouwd als verfmolen. De molen was van David van Stolk (de grondlegger van de fa. Abraham van Stolk) die hem in 1727 verkocht aan een combinatie van branders. De molen werd toen omgebouwd tot moutmolen.

13-08-1840: Opregte Haarlemsche Courant

In een schoon Dorp in Zuid-Holland, is uit de Hand te Koop: Eenen Steenen WIND KORENMOLEN. Met vrachtvrije Brieven is dezelve te bevragen; bij den Heer A. van Vliet, Koren-Molenaar, aan den Molen den Hollandschen Tuin, te Rotterdam

29-07-1873: De Grondwet

ROTTERDAM 5 Julij. Even na middernacht ontstond er brand in den korenmolen van de heer van Vliet, staande achter de houtsloodsen van de heeren van Stolk, aan de Scheikade alhier. De molen was weldra een prooi der vlammen, die zich later mededeelden aan genoemde loodsen, zoomede aan de loodwitfabriek van de heer Schoutens. Die fabriek alsmede een vijftal loodsen, volgeladen met hout, werden mede in de asch gelegd alvorens men den brand in zijn verderen voortgang kon stuiten.


05-07-1873: Op 5 juli 1873 raakte de molen in brand. Op dat moment was W. van Vliet de eigenaar. Ook de nabijgelegen houtwerf van Van Stolk en een loodwitfabriek gingen in vlammen op. Van Vliet kocht toen van Rijshouwer de molen De Noord, die op het Oostplein stond. 

Informatie uit "De Molens van Rotterdam", deel 1