bouwjaar
circa
verdwenen
verplaatst
geschiedenis

Van de vier Alphense [houtzaag]molens stond er één in de Hoorn. Het was de molen die omstreeks 1870 werd gebouwd in opdracht van houthandelaar Matthijs Kop. Kop gaf de molen de naam ‘De Vlijt’.

07-03-1882: De Dordrechtsche Courant
Onlangs werd een der oudste knechts aan den houtzaagmolen van den heer Kop, te Alphen a/d R., onder een hoop planken bedolven, en hij was kort daarna een lijk.
Eergisteren viel de heer K. zelf van boven uit den molen naar beneden en stierf gisteren ochtend aan de gevolgen van den val.

De molen bracht de eigenaar geen geluk. Kop viel op 2 maart 1882 naar beneden toen hij boven in zijn molen aan het werk was. Twee dagen later bezweek hij aan zijn verwondingen en de molen werd drie maanden later publiekelijk verkocht.
Kort voordat de houtzaagmolen werd verkocht, dronk de Koudekerkse timmerman en aannemer Jacob Sprey een biertje in café ’s Molenaarsbrug. De waard vertelde hem dat het ‘houtzaakje van Kop aan de overzijde van de Rijn te koop is’. Bij Jacob ontstond toen het idee de zagerij en houthandel te kopen, vooral met het oog op de toekomst van zijn zoon Thomas. Bij de veiling in juli 1882 werd Jacob Sprey eigenaar van de molen met bijbehorende houtloodsen. De timmerman Sprey werd houthandelaar en zaagmolenaar. Dat werd het begin van een bloeiend bedrijf.

26-04-1882: 'Het Nieuws van den Dag'  
Voorloopige Aankondiging.
Tengevolge van overlijden, zal in de tweede helft van Mei e.k. in het openbaar worden verkocht:
Een Heerenhuis, Zaagmolen, Houtloodsen, Pakhuis enz., te Alphen a/d Rijn, waarin de zeer beklante handel in Hout, Lijnkoeken, Mesting enz. door wijlen den Heer M. Kop met zoo goed succes is gedreven, Inmiddels geeft de Notaris J.A. van der Lee, te Aarlanderveen, nadere inlichting.

Al na vier jaar overleed Jacob Sprey, waarna het bedrijf werd voortgezet door zijn weduwe en de zoons Thomas en Jetse. Het ambachtelijke bedrijfje werd in de jaren daarna uitgebouwd. Een grote vooruitgang in de bedrijfsvoering vond plaats toen de gebroeders Sprey de tussenhandel uitschakelde en zelf hout ging kopen in Scandinavië. Jetse Sprey schraapte al het spaargeld bijeen en gewapend met geen andere taalkennis dan zijn school-Duits ondernam hij een reis naar Zweden. De leveranciers waren bereid hem het hout rechtstreeks te verkopen, er werd immers contant betaald. Het was het begin van de zelfstandige houtimport. In de loop van de twintigste eeuw groeide het bedrijf enorm en aan de Hoorn verrezen rijen houtloodsen. De loodsen stonden uiteraard aan de Oude Rijnkant vanwege de aan- en afvoer van het hout, dat vanouds vrijwel alleen per schip plaatsvond.

In 1903 werd aan de firma Spreij een Hinderwetvergunning afgegeven voor de bouw van een nieuwe houtzagerij waarin een 13 pk gasmotor zou worden geplaatst. Kort daarop werd de molen gesloopt en in Loozen (Overijssel) als korenmolen herbouwd voor molenaar E.J. van der Veen.
Aldaar op 22 juli 1904 in gebruik gesteld. De mechanische zagerij die de plaats van de molen innam heette tot ver in de zeventiger jaren ook De Vlijt.
Tekst: Dick Kenbeek.

De houtzaagmolen, waar het oorspronkelijk mee was begonnen, werd in 1905 afgebroken en verplaatst naar [Loozen bij] Coevor den. De zagerij en schaverij van Sprey, aan de Hoorn tegenover de Van Foreestlaan, bleef de naam ‘De Vlijt’ dragen.
Bron: Alphens Nieuwsblad, donderdag 15 april 2010.
Informatie van Leo van der Drift.