- trivia
Op boerderijen werden rosmolens o.a. gebruikt om te karnen, om te dorsen, te stroohakselen, graan te malen en vlas te breken. In ons land zijn de ros-karnmolens veel in gebruik geweest en er zijn er nog een aantal van bewaard gebleven. Ook toegepast bij windstilte bij windmolens en droogte bij watermolens.
Nu bestaat er een misverstand over karnmolens die door een paard of een hond werden aangedreven. Een hondekarn is geen rosmolen, want de hond liep geen rondjes zoals bij de rosmolen het geval is, maar liep in een rad dat onder hem doorging. We noemen dit een "tredmolen".
De diameter van het kroonwiel van een karnmolen bedraagt ongeveer vier meter, bij de grutterij-, koren- en oliemolens ligt de diameter tussen de zeven en acht meter. Daardoor is de draaicirkel voor het paard een stuk kleiner, wat voor het dier beslist minder prettig moet zijn. Hiertegenover staat dat het paard bij het karnen nooit zo lang hoefde te lopen.
Het principe van de karnmolen is hetzelfde als de rosmolens. Via de overbrenging wordt de karnpols in de karnton op en neer bewogen. Aan de onderkant van de karnpols zit de karndruif, een ronde houten schijf met gaatjes. Door de beweging worden de boterdelen van de melkdelen gescheiden en klonteren ze samen tot korrels. Als deze van de melk wordt geschept krijgt men tenslotte een kluit boter. Een karnsessie duurt ongeveer een half uur. Uit hygiƫnisch oogpunt staat de karnton praktisch nooit in dezelfde ruimte als waar het paard loopt.
De karnmolen kan op de boerderij op verschillende plaatsen voorkomen. Bij voldoende ruimte kan hij in een hoekje op de deel staan, vlak naast de boenhoek (de boenhoek is de ruimte waar boter en kaas werden bereidt en waar de vaart werd gewassen). In het openluchtmuseum in Arnhem staan karnmolens op de deel in de boerderijen uit Kardoelen en Midlum, maar ook in de museum boerderij in Staphorst en in de gemeenteboerderij in Ruinerwold staan ze zo opgesteld. Gelukkig zijn ze ook nog op in bedrijf zijnde boerderijen te vinden maar hun aantal neemt sterk af, want het is natuurlijk wel een sta in de weg als ze toch niet meer gebruikt worden. Veel boerderijen worden tegenwoordig verbouwd tot boerderij-woning. Er zijn mij twee gevallen bekend, namelijk in Eestrum (Fr.) en Lopik, waar in opdracht van monumentenzorg de karnmolen bij verbouwing op de oorspronkelijke plaats gehandhaafd moest blijven. De bewoners hebben de karnmolen heel aardig in de hal van de woning opgenomen, maar als werktuig hebben ze natuurlijk geen enkele waarde meer.
Tekst ontleend aan mw. Scholten Ballast - Vrienden van de Geldersche Molen.
NB Het is niet helemaal zeker of dit dezelfde boerderij betreft.
Red.