Reeds in 1434 was er sprake van "molenlant, hoirt totten huse ten Goey", en in 1475 werd een "moelners huys int Goy" genoemd. In 1489 werden diverse personen door de maarschalk beboet vanwege het laten malen van hun graan op een andere molen dan deze dwangmolen.
Exact waar de molen stond is niet bekend, het was wel dichtbij het kasteel van de Heren van Goye, vermoedelijk binnen de omgrachting, bijvoorbeeld op de voorburcht. Het kasteel verviel al in de 15e eeuw tot ruïne, in 1536 had Jan Laurens "een molenwerff en het vervallen sloth" in erfpacht van de keizerlijke majesteit.
In 1525 woei de molen om, en werd hij herbouwd door de timmerman Laurens Goyerts, die in 1531 genoemd werd als pachter van "de molenwerf in 't Goy mit dat voorburch ende een hofstede". Ook uit de navolgende jaren zijn de molenaarsnamen bekend gebleven.
In 1594 of kort daarna werd de Goyse korenmolen gesloopt en werd in Loerik een nieuwe molen gebouwd, zie de opvolger. Het windrecht verhuisde mee daarheen.
Bron: "Tussen Rijn en Lek" 1990-4. Verzameling H. van der Kaay.
-----
Mogelijk werd de molen verplaatst van 't Goy naar Loerik. Dat moet dan eind 1592 of begin 1593 hebben plaatsgevonden.
Bron: "Het Kromme-Rijngebied" 2013-3 pag. 1-13. "Enkele opmerkingen over de historie van de korenmolen in 't Goy", Casper A. van Burik.