In de eerste helft van de 19e eeuw lag in Tienray op de (Grote) Molenbeek nog een vervallen watermolen, die als graanmolen werd gebruikt. De molen lag bij een hoeve en werd in 1475 voor het eerst genoemd.
In het begin van de 19e eeuw was hij eigendom van Margaretha Arnoldina, barones de Cocq van Haeften, geboren Mackay, aan wie toen ook de windmolen van Blitterswijck en de watermolens van Meerlo behoorden. Tussen 1840 en 1850 liet zij de watermolen van Tienray afbreken.