- bouwjaar
- herbouwd
- 1974
- wederopbouw
- 1974
- bestemming
Het malen van graan op vrijwillige basis
- molenmaker
- A. Beckers, Bredevoort (1974)
- voorganger
- omwentelingen
- eigendomshistorie
St. Oswaldus Gilde te Zeddam
- geschiedenis
-
De rosmolen werd in 1546 gebouwd als aanvulling op en tegenover de al bestaande Grafelijke windmolen, in opdracht van de toenmalige eigenaren de Graven Van den Bergh. De graven verpachtten na de bouw van de rosmolen de complete locatie met torenmolen. De molenaar gebruikte de rosmolen als er te weinig wind was om te kunnen malen (en leende dan het paard van een plaatselijke boer). In 1866 werd de rosmolen verkocht en uitgesloopt.
In 1974 herbouwde men de rosmolen, dit naar de originele bouwtekeningen die bewaard waren gebleven in het archief van het Huis Bergh. Dit in opdracht van het Sint Oswaldus Gilde uit Zeddam.
Het molengebouw heeft buitenwerkse maten van 9,30 meter bij 13,55 meter. De nokhoogte bedraagt 6.75 meter. In de voorgevel bevinden zich dubbele en twee enkele deuren. Binnen bestaat de vloer deels uit estriken en deels uit een lemen vloer bestrooid met grof zand waar het paard loopt.
Het grote kamwiel heeft 340 kammen en is voorzien van een steekcirkel van 7.27 meter.
Het staafrondsel heeft een steekcirkel van 40.9 centimeter en bezit 19 staven.
Bij een normale stapgang van het paard dat een gang loopt van 5 kilometer per uur maakt het grote wiel 5 toeren per minuut en de steen 90. Let wel: de capaciteit van de windmolen is ongeveer tienmaal zo groot.