De molen werd in 1850 gebouwd voor Wilt Alberts van der Meulen uit Donkerbroek, wiens vader aldaar molenaar was. Het was grote een koren- en pelmolen op stenen onderstuk en er hoorde eenhuis bij.
Volgens de Leeuwarder Courant wilde Van der Meulen de molen op 27 december 1858 verkopen, nadat er al ƒ 6000 voor was geboden.De verkoop ging niet door en in 1862 was de molen te huur, omdat S.K. de Jong hem tót mei van dat jaar had gehuurd.
In mei 1862 brandde de molen af. In een verkoopadvertentie van de krant staat dat het hoge stenen onderstuk nog ongeschonden was en dat er twee paar pelstenen bij de restanten hoorden. Koper van de restanten werd op 14 juni 1862 voor ƒ 882 Luderus Jansen, bakker te Oosterwolde. Hij liet hem herbouwen met gebruikmaking van onderdelen uit Kloosterburen (Gr.).
Bronnen:
- "Molens rond Oosterwolde (Frl.)", artikel door D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 38, juni 1985.
- "Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900", art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.