- bouwjaar
-
Stenen onderbouw 1840; achtkant (van elders) 1862. Hier samengevoegd in 1974.
- bestemming
Bemalen van de polder Broek en Simontjes (resterend gedeelte), thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- ?? (1840) Fa. Verbij, Hoogmade (1976)
- afkomstig van
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De Rijnlandse Molenstichting is eigenaar sinds 1986; daarvoor was dat het waterschap De Oude Veenen sinds 1979, daarvoor de polder Broek en Simontjes vanaf 1840.
- geschiedenis
-
De polder Broek en Simontjes is gevormd uit de in 1625 gestichte Broekpolder en de al vóór 1625 bestaande Simontjespolder. Wanneer beide polders verenigd werden, is niet duidelijk: in 1640 is er nog sprake van afzonderlijke besturen, later niet meer. Hoewel in consenten van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland uit 1664 en 1675 nog steeds over de Broekpolder gesproken wordt, mag men aannemen dat beide polders inmiddels verenigd waren.
Tot 1840 werd de polder bemalen door de in 1625 bij de stichting van de Broekpolder geplaatste wipmolen. Deze sloeg het water via een sloot tussen het land van twee ingelanden uit op de Groote Sloot. In de zomer van 1839 werd besloten deze molen, die toen ingrijpend moest worden hersteld, niet meer te repareren maar op een andere plaats een nieuwe molen te bouwen.
In november 1839 werd de bouw van een achtkante houten schepradmolen op een stenen fundament aanbesteed. In december 1840 was het werk klaar: men had een tocht gegraven om het water naar de nieuwe molen toe te kunnen leiden en de oude wipmolen voor afbraak verkocht.
Op 25 oktober 1927 verspeelde die molen as en roeden maar werd direct daarna hersteld door J.W. Dekker, molenmaker te Hazerswoude. Daarna ging het goed, tot de beruchte storm van 12/13 november 1972: de molen sloeg op hol, werd met grote moeite tot stilstand gebracht, maar brandde in de nacht daarop alsnog af, vermoedelijk als gevolg van heetgelopen lagers en vang. Overgebleven waren eigenlijk alleen de veldmuren en de gietijzeren wateras.
De molen werd herbouwd: het huidige achtkant is afkomstig uit de Waarderpolder bij Haarlem; daar kon de in 1862 gebouwde en in 1919 onttakelde molenromp van "De Jonge Willem" vanwege uitbreiding op een industrieterrein niet gehandhaafd blijven. De gemeente Haarlem stelde het achtkant kosteloos beschikbaar; het werd in zijn geheel, mét rietbedekking, per schuit naar Warmond vervoerd en bleek zeer goed op de gemetselde onderbouw van de Broekdijk te passen. Dit laatste vond plaats op 5 augustus 1974.
Nieuwe kap en roeden volgden in 1975, in 1976 werd het gaandewerk aangebracht en de molen maalvaardig gemaak met, opmerkelijk, een houten scheprad. De officiële ingebruikname vond plaats op 28 oktober 1977. De Rijnlandse Molenstichting, toentertijd nog geen eigenaar, heeft deze herbouw administratief en technisch begeleid.
Van de oorspronkelijke polder Broek en Simontjes (destijds ca. 255 ha.) is vanaf ca. 1970 door ontpoldering als gevolg van de Merenwijk, de noordelijkste stadswijk van Leiden, niet veel overgebleven: de te bemalen oppervlakte bedraagt thans ca. 50 ha; de opvoerhoogte is 1,45 m.
De molen is gelegen aan de zuidzijde van de Grote Sloot, ca. 1,5 kilometer ten zuidoosten van Warmond en 'over land' het makkelijkst bereikbaar via het grondgebied van Leiden.
Eind 2017 begon molenmakerij Verbij met een stevige klus: een nieuw houten scheprad met daarbij het geheel verkammen van het onderwiel en nieuwe staven in het onderschijfloop. De wervel onder de koningspil werd verbeterd om de molen snel in en uit het werk te kunnen zetten: in de praktijk is deze molen, vanwege het klein geworden te bemalen oppervlak, snel 'uitgemalen'.