Deze kleine molen werd rond 1890 in Thesinge gebouwd door de Groninger molenmakers Christiaan Bremer (Adorp) en Klaas Kremer (Thesinge) met het doel, de zelfzwichting uit te proberen. Nadat dit wieksysteem een succes was gebleken en op vele molens toegepast, werd dit molentje in 1894 tot zaagmolen ingericht.

Toen Thesinge in 1934 op het elektriciteitsnet werd aangesloten, kwam het buiten gebruik. Het werd evenwel niet gesloopt, maar door molenmaker Bremer meegnomen. Hij begreep dat dit molentje bijzonder was en sloeg het op in zijn werkplaats te Adorp.

In de tachtiger jaren van de 20ste eeuw heeft het een tijd op het landgoed Verhildersum te Leens gestaan maar is het, na tijdens een storm beschadigd te zijn geraakt, uiteindelijk bij Piet Groot in Winsum terechtgekomen.
Deze heeft het tot september 2011 in opslag gehad maar was ondertussen, gedurende twaalf jaar bezig met het voorbereiden van de restauratie.

De David is een unieke molen, het is de enige zaagmolen van deze grootte die bewaard is gebleven.

Na 2010 is het besluit genomen, deze molen David in de staat van rond 1900 te restaureren en in het Groninger openluchtmuseum Het Hoogeland te Warffum te herplaatsen. Dit alles uiteraard met zelfzwichting en, beoogd, een ondervierkant met lintzaag en slijpsteen. 

Nadat eerst een fundering was gelegd, is op 9 oktober 2013 de molen op zijn, hopelijk nu definitieve plek, neergezet. Er werd regelmatig gedraaid en niet lang daarna begon men met reconstructie van de lintzaag die lang geleden in deze molen aanwezig was.
In de loop van 2014 is de lintzaag bedrijfsvaardig gemaakt; bij windstilte kan deze door een kleine verbrandingsmotor die naast de molen staat, worden aangedreven. Dit alles via schijven en riemen.